Het ontvouwen van een theedoosje leverde Saar Scheerlings (Eindhoven, 1990) een vorm op. Ze besloot het te schilderen in kleuren en structuren die ze zag bij een weversdorp in de Himalaya. Deze vormen kregen een eigen leven en leidden tot sculpturen en recentelijk tot tronen. Saar bouwt aan de materiële cultuur van een fictieve beschaving. Geïnspireerd door etnografische collecties in musea, textielambachten en bouwmethodes is het werk een zoektocht naar een gevoel van inspiratie en betekenis zoals we die kennen van oude culturen en religieuze artefacten zoals Talismans. Daarbij kijkt Saar naar traditionele manieren van maken. Ze werkt met tweedehands materialen zoals matrassen uit een failliet vakantiepark, stoffen uit oude theaters en van modemerken of kleding uit kringloopwinkels. In tegenstelling tot de snelheid en de technologisering van de huidige maatschappij zijn Saar's sculpturen een pleidooi voor vakmanschap en duurzaamheid. De bijzondere stoffen in haar sculpturen krijgen waar ze recht op hebben: een leven als kunstwerk.