Wat zijn iconen?
Het woord “icoon” is afgeleid van het Griekse woord “eikon”, dat beeld of beeltenis betekent. Iconen zijn religieuze objecten die een belangrijke functie hebben binnen de Oosterse Orthodoxe kerk. De orthodoxe kerk heeft drie openbaringen: de bijbel, de traditie en de iconen. Een icoon probeert de onzichtbare hemelse werkelijkheid zichtbaar te maken om ons een blik te verschaffen in de spirituele werkelijkheid. Iconen komen voor in de Griekse mediterrane wereld vanaf de vroege middeleeuwen, op de Balkan en in Rusland sinds de 9de en 10de eeuw en in enkele kleine gebieden in de Arabische wereld en in Ethiopië. De vervaardiging van iconen is gebonden aan traditionele regels, die te vinden zijn in de voorbeeldboeken, met daarin ook voorbeeldtekeningen.
De eerste iconen dateren uit de 5de en 6de eeuw; zij worden bewaard in het afgelegen klooster van de heilige Catharina in de Sinaï woestijn. Die vroege iconen zijn in de encaustische (pigment vermengd met heetgebrande was) traditie vervaardigd. De iconen in de kunsthandel zijn meestal vervaardigd in eitempera (pigment vermengd met eigeel) op een houten paneel en meestal van een standaard formaat, bijv. 31 x 26 cm. (huisiconen). Deze iconen waren bestemd voor de privédevotie. Grote monumentale kerkiconen komen ook voor net als kleine formaten (onder andere als pelgrimssouvenir) en reisiconen.
Iconen zijn vervaardigd op dragers van verschillende materialen zoals hout, steen, mozaïek, metaal, textiel. Voorgesteld op iconen zijn naast Christus (de belangrijkste icoon) en de Moeder Gods ook andere heiligen, engelen, religieuze feesten en uiterst complexe door de mystiek geïnspireerde iconografieën. Kalendericonen komen ook voor, daarop is of een maand of het hele kerkelijke jaar afgebeeld.