Het verschil tussen ZERO / NUL en Minimal Art
ZERO/NUL-kunstenaars werkten meestal monochroom, vaak met wit. Ze streefden naar een nieuwe harmonie in de verhouding tussen mens en natuur en vermeden in hun kunst individuele sporen. De kenmerken van ZERO/NUL zijn licht, beweging en monochrome schilderkunst. Om met licht en schaduw te spelen maken de kunstenaars vaak gebruik van spijkers, reliëfs en geribbelde oppervlakten. Er is geen grens tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. In de zestiger jaren kwam in New York en Los Angeles “Minimal Art” op als tegenbeweging van Pop Art en het Abstract Expressionisme. Bij Minimal Art is de vorm het belangrijkst. Artistieke overwegingen spelen geen rol. Er ontstaat dus een eenvoudig kunstwerk zonder emotionele waarde. Een kunstvorm die de ruimte kan omvatten. Donald Judd is begonnen als schilder van vooral landschappen. Begin 60 er jaren maken die plaats voor minimalistische werken. Judd hield van ritme en herhaling , die je terug ziet in simpele blokken die samen een ritmisch patroon vormen. Judd zegt zelf over zijn kunst:“Ik maak geen sculpturen die een verhaal vertellen, ik maak sculpturen die er gewoon zijn”. Soms werden werken industrieel uitgevoerd. Ze gebruikten veel metaal, waardoor de kunstwerken een harde, gladde en foutloze uitstraling kregen. Door deze werkwijze is het niet eens nodig dat kunstenaars hun werk ZELF maken. Een uitspraak van kunstenaar Frank Stella, één van de meest beroemde vertegenwoordigers van Minimal Art, is “What you see is what you see” en daar is veel mee gezegd.