Cynical Resistance – een nieuwe stroming in de Chinese kunst?
“Widespread state control over art and culture has left no room for freedom of expression in the country. For more than 60 years, anyone with a dissenting opinion has been suppressed. Chinese art is merely a product: it avoids any meaningful engagement. There is no larger context. Its only purpose is to charm viewers with its ambiguity.”
Deze felle kritiek op de Chinese overheid én de hedendaagse Chinese kunst is afkomstig van kunstenaar, curator en architect Ai Weiwei in de Guardian van 10 september jl. Het artikel, gepubliceerd naar aanleiding van de opening van de tentoonstelling ‘Art of Change: New Directions from China’ in Londen, beargumenteert dat als gevolg van een autoritair regime waarin vrijheid ontbreekt, de Chinese kunst inhoud en creativiteit ontbeert.In ‘Art of Change’, maar ook in de tentoonstelling die de Koreaanse curator Yun Cheagab voor Canvas International Art en Nieuw Dakota maakte, blijkt het tegendeel. Een jonge generatie kunstenaars heeft zich losgemaakt van vraagstukken van de voorgaande. Deze generatie kunstenaars interesseert zich niet langer in vragen zoals ‘is het kapitalisme of socialisme?’, ‘is het revolutie of teloorgang?’ en ‘is het elitarisme of populisme?’. Het gaat om een generatie die de drie gangbare vormen van beeldende kunst in China achter zich hebben gelaten. Ze passen niet in de driedeling van traditionele kunst (kalligrafie en aquarellen), propagandakunst en cynisch realisme. Daarom worden ze veelal misgevat als ‘onvolwassen’ of ‘cynisch zonder een greintje serieusheid’.Desondanks heeft deze generatie binnen hun cynische persoonlijkheden een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Ze manoeuvreert zich binnen de beperkingen van een totalitair regime en bloeit door virtueel verzet in een vorm van sociale kritiek en zelfreflectie die hun voorgangers vreemd waren. Wellicht is er sprake van een nieuwe stroming die Yun Cheagab beschrijft als ‘Cynical Resistance’?